Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

brilaap, brilkikker, brilslang

betekenis & definitie

brildrager. Het tweede is vooral jeugdtaal.

Misschien een woordspeling met het oudere brulaap. Vgl. het gelijkbeduidende Duitse Brillenaffe (ook wel: Brillenhengst).‘Brilslangen!’ schold er een ten einde raad. ‘Duurt ‘et veertien dagen eer die snertglaassies van jullie gekeurd worden?’ (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Stop eens met die kutzever... ge zijt precies een omhooggevallen brilkikker die een PS2 fobie heeft.. (www.gamer.nl, 27/09/2001)

Je moet maar tegen kritiek kunnen. Van mij zouden ze kunnen schrijven dat ik een omhooggevallen brilaap ben die elk programma presenteert dat ze hem in de schoot werpen. (Marcel Vanthilt in Humo, 04/05/2004)