Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

brekebeen

betekenis & definitie

zwak persoon; onbekwaam iemand; beginneling; sukkel. Eigenlijk: iemand die erg zwakke benen heeft en ze licht breekt.

Sedert de zeventiende eeuw.Er is nu met die bovenaangehaalde lessen van den heer Hack een krachtig protest bedoeld tegen al de eigen lof, brutaliteit, luchthartigheid en grofheid, die in vroeger tijd in den N. G. werden gelaakt, en waarbij lieflijkheden als prul, polichinel, beunhaas, kunstverknoeier, somnambule, charlatan, groenige, vloo, vervelend rijmelaar, antiquiteit op twee beenen, brekebeen, poppetje, ijdeltuitige dame, kathederboefje, walgelijk onoprecht mannetje, kleinzielige, als stopwoordjes schering en inslag waren. (De Groene Amsterdammer, 28/10/1888)