Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bout

betekenis & definitie

(Bargoens, verouderd) politieagent. Naar de koperen bout op de helm.

D’r is ’n bout bij! merkte zijn kameraad op. (Justus van Maurik, Toen ik nog jong was, 1901)

De volgende dag had ie ’n dofgajes en twee bouten bij ’m op visite en moest ie mee. (Het Vaderland, 31/07/1927)