Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

blauwkous

betekenis & definitie

(spottend) geleerde vrouw die huishoudelijk werk als minderwaardig en uiterlijk als bijkomstig beschouwt en via haar studie carrière wil maken. Charlotte Brontë werd destijds afgeschilderd als een getalenteerde blauwkous.

Vertaling van het Engelse blue stocking. De eerste blauwkous was in feite een man! In het midden van de achttiende eeuw droeg een excentriek lid van een Brits cultureel gezelschap, Benjamin Stillingfleet van de Lady Montague Kring, ooit tijdens een bijeenkomst blauwe kousen (i.p.v. de zwarte die bij de officiële kledij hoorden).

Hierdoor werd de kring bekend als de blue stockings society. De vrouwelijke leden waren doorgaans erg erudiet.

Eveneens in het Duits: Blaustrumpf. Onder dat zestal bevond zich ook een zoogenaamde bas-bleu.

Voor zoover mij bekend, wordt onder blauwkous verstaan een geleerde of geletterde vrouw; een dame die gaarne discussieert en disputeert met mannelijke collega’s, vooral het laatste.Maar deze blauwkous is, zooals vele harer would-be geletterde zusteren, meer knap in haar verbeelding dan in de werkelijkheid. (De Groene Amsterdammer, 31/01/1886)

Zo’n sijsjeslijmer als Clemens toch feitelijk was, die zou waarschijnlijk nooit iets anders hebben kunnen verwekken dan een nagelbijtster met een kromme rug of een blauwkous vol pukkels. (W.F. Hermans, Uit talloos veel miljoenen, 1981)