Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bimbo (1)

betekenis & definitie

ordinaire, sexy en domme vrouw. Amerikaans slangwoord van begin twintigste eeuw dat eind jaren tachtig naar ons taalgebied overwaaide.

Eigenlijk een verbastering van het Italiaanse woord bambino (klein kind). In het slangtaalgebruik kan het slaan op een baby, een man of tegenwoordig een jonge, leeghoofdige maar aantrekkelijke vrouw (doorgaans met lang haar en grote borsten).

Synoniemen zijn o.a. dumbo en nitwit. In Amerika noemde men het aapje van een orgelman dat de hoed voor het geld vasthield, vaak Bimbo.

Misdaadauteurs zoals Dashiell Hammett en Raymond Chandler gebruikten het woord in de jaren dertig in de betekenis van een 'gevaarlijke man; bankrover’. Aanvankelijk sloeg bimbo vooral op mannen.

De Britse humorist P.G. Wodehouse schreef in 1947 nog over bimbo’s die avances maakten naar onschuldige meisjes nadat ze eerst hun echtgenoten hadden gedumpt.

In Amerika ontwikkelde zich echter een tweede betekenis, die van een ‘prostituee’ of ‘onzedige vrouw’. Het woord werd vaak gebruikt met het allitererende ‘blond’.

Een vergelijking met het domme blondje (dumb blond) ligt dus voor de hand.

Bimbo begon meer en meer te slaan op een vrouw die het op seksueel gebied niet zo nauw neemt.

Daarbij werd het beeld gecreëerd van een opvallend, aantrekkelijk iemand met forse boezem en lange benen, vaak ook iemand die erg listig is. Intussen is het woord in ons taalgebied al aardig ingeburgerd geraakt, vooral onder jongeren.

De Baya Beach Club in Rotterdam zou volgens insiders de grootste verzamelplaats van bimbo’s zijn. Een mannelijke bimbo noemt men een bimbo.

Fransen gebruiken naast bimbo nog de scheldwoorden aloha en bombe voor een mooie maar leeghoofdige vrouw.Maar alvorens deze nachtmerrie in te duiken, laten we u even kennismaken met de siliconenbimbo van dienst, Miss Balkon. (Computer Shopping in Belgium, februari 1997)

Dat is echt een mooie, niet zo’n volgespoten type. Want wat lopen hier een gestoorde bimbo’s rond, zeg. (Nieuwe Revu, 07/04/2004)