Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

belhamel

betekenis & definitie

deugniet; baldadige jongen (in de literatuur: Ciske, Abeltje, Kruimeltje, Pietje Bell). Een hamel is een gesneden mannelijk schaap of een gesneden ram.

De belhamel is dus de leider die, met een bel om de nek, de kudde voorgaat.Gustaaf zat weder te schertsen en more solito door te slaan als een wekker die afloopt, toen op eens een groote kei over de tafel komt rollen voor het huis van den bakker over de brug was men juist bezig de straat te maken - en hij te gelijk een vijftal Leidenaars waar komt dat volk toch zoo gaauw van daan! met andere steenen gewapend, om den hoek van het raam ziet gereed staan, om daarmede het voorbeeld van den belhamel te volgen. (Johannes Kneppelhout, Studenten-typen, 1839-1841)

Koeman, altijd de rust zelve, lijkt bepaald geen belhamel. (Het Parool, 07/12/2002)