Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

badgast

betekenis & definitie

(Den Haag) rare kerel, iemand die zich vreemd gedraagt.

Averrgrrieks. Je kunt iemand op een heleboel manieren duidelijk maken dat je hem maar een rare snuiter vindt. Je kunt hem vanuit de grond van je hart midden in zijn gezicht uitlachen, maar je kunt hem ook een paar fikse scheldwoorden toevoegen: geitenbreier, mafkikker, rare snoeshaan, eigenheimer, druif, krotenkoker, hapsnurker, mafketel, marskonijn, bokkenees, lijperik, badgast en snijboon. Die klinken allemaal nog vrij onschuldig. (Hans Heestermans in Leidsch Dagblad, 26/09/2003)