Jeremia is één van de belangrijkste profeten uit het Oude Testament. In het bijbelboek Jeremia wordt beschreven hoe hij in 627 v. Chr. tot profeet werd geroepen.
Jeremia waarschuwde het volk van Israël voor het onheil dat het over zich afriep door geen acht te slaan op het woord van God. Dit ergerde de koning van Judea, Zedekia, zodanig dat hij hem in de gevangenis wierp. Maar Jeremia’s voorspellingen werden bewaarheid: in 586 werd Jeruzalem verwoest door de Babylonische koning Nebukadnezar II en de Israëlieten afgevoerd naar Babylon. Het boek Jeremia wordt in de bijbel gevolgd door het boek Klaagliederen, waarin de ondergang van Jeruzalem en de ballingschap van het joodse volk wordt betreurd.
