In de bijbel komt de term 'heilige' voor als een benaming die christenen aan elkaar gaven. Eigenlijk betekent het niets anders dan 'gelovigen uit alle tijden'. Later mochten alleen christenen heilig heten die door hun leefwijze of hun marteldood Christus hadden nagevolgd.
Vanaf de 10de eeuw bepaalde de katholieke kerk in Rome wie het predikaat 'heilig' kreeg. Mensen die de kerk beschouwde als voorbeeldige christenen werden eerst zalig verklaard, waarna een heiligverklaring volgde. Er zijn diverse soorten heiligen, waaronder oudtestamentische koningen en profeten, apostelen, kerkvaders, monniken en martelaren (zij die voor het geloof zijn gestorven). In de kunst zijn heiligen vaak te herkennen aan een aureool om het hoofd. Elke heilige is te identificeren door een of meer vaste attributen: bij martelaren is dit vaak hun martelwerktuig.