Het doel van het boeddhisme is het bereiken van 'Verlichting': het ontsnappen aan het lijden van het bestaan. Alles wat sterft wordt wedergeboren; alleen wie verlichting bereikt ontkomt aan de kringloop van wedergeboorten.
Oorspronkelijk lag de nadruk in het boeddhisme op de eigen krachtsinspanning om de verlichting te bereiken. Later kwam de verering van 'bemiddelaars' in zwang, die hielpen bij de verlossing van het lijden. In Japan werd in de 11de eeuw de cultus rond Amida, het amidisme, populair. De verering van Amida bracht de verlossing binnen handbereik. Een vast geloof in Amida en het herhaaldelijk aanroepen van zijn naam, waren voldoende om na de dood herboren te worden in Amida's paradijs. In India en China wordt Amida Amitâbha genoemd, hetgeen 'onmetelijke schittering' betekent.
