Rijksmuseum

Rijksmuseum (2017)

Gepubliceerd op 22-06-2017

Abraham

betekenis & definitie

Abraham is de eerste aartsvader uit het Oude Testament en de stamvader van de Israëlieten. Op last van God verliet Abraham met zijn vrouw Sara en zijn neef Lot de stad Ur in Chaldea en trok naar Kanaän. Daar vestigde Lot zich met zijn kudden in Sodom en Abraham kwam terecht in Hebron.

Abraham heette aanvankelijk Abram, wat 'vader is verheven' betekent. Deze naam veranderde God in Abraham, 'vader der menigten', toen hij hem in een verbond een groot nageslacht beloofde. Het zou echter nog een tijd duren voordat Abrahams vrouw Sara een kind baarde. Hij nam daarom eerst de slavin Hagar als bijvrouw, die hem een zoon schonk: Ismael. Pas toen zij hoogbejaard waren en de moed allang hadden opgegeven, kregen Abraham en Sara alsnog een zoon: Isaak.