Een tarotkaart wordt in veel landen gebruikt voor waarzeggerij. Oorspronkelijk werden de tarotkaarten gebruikt als een normaal kaartspel.
De Tarot of ook wel tarocchi bestaat uit achtenzeventig kaarten. Het spel heeft net als het meer gangbare 54-kaarten spel vier kleuren. De troeven en het aantal hofkaarten verschillen echter van het moderne spel. De bijzonderste kaart uit het spel is de Nar of de Dwaas, deze kan in sommige versies van het tarotspel als hoogste troef uitgespeeld worden. Het spel werd vanaf de tweede helft van de 15e eeuw in veel Europese landen gespeeld.
In Engelstalige landen is de amusementsfunctie van Tarot echter onbekend, daar wordt het voornamelijk gebruikt voor waarzeggerij. In 1781 schreef Antoine Court de Gebelin in zijn boek Le Monde Primitif dat de tarotkaarten geheimen uit het oude Egypte zouden bevatten. Sindsdien gebruikt men de tarotkaarten voor het voorspellen van de toekomst. Bij een tarotkaartlegging gebruikt de legger de afbeeldingen van de kaarten om verklaringen te geven over vraagstukken.
