Namaste betekent "Ik buig me voor het goddelijke in jou". Het is een woord dat zijn oorsprong heeft in het Sanskriet, namelijk namaskar.
In India begroet men met namaste, dit is uit vriendelijkheid maar ook als teken van respect naar de medemens. In de yoga gebruikt men ook het gebaar namaste, dit doet men door de handen tegen elkaar te houden, waarbij de handpalmen en de vingertoppen elkaar aanraken en naar boven wijzen. De handen zijn ter hoogte van het hartchakra en vervolgens buigt men met gesloten ogen het hoofd. Ook kan men eerst de handen voor het derde oog houden en vervolgens laten zakken richting de hartchakra. In het westen benoemt men hierbij het gebaar namaste terwijl dit in het oosten, in India voor zich spreekt.
Namaste kan men doen voor en na de yogales. Namaste vertegenwoordigt het geloof in een God of het goddelijke dat in de mens bestaat.
