Monopoly is een populair Amerikaans bordspel. Het spel is in 26 talen uitgebracht en er zijn wereldwijd zo'n 200 miljoen exemplaren van verkocht.
Het spel werd bedacht door Parker Brothers in 1935. Het bordspel is gemaakt voor twee tot acht spelers. Iedere speler krijgt geld, met als bedoeling straten te kopen die staan afgebeeld op het bord. Men moet zoveel mogelijk straten zien te kopen, waardoor hij of zij een monopolie verwerft. Als een speler op een vak (dat wil zeggen straat) van een andere speler komt moet hij of zij huur betalen.
Zo krijgt iedere speler steeds weer geld om nieuwe straten te kopen. Het klassieke Nederlandse bordspel bevat allerlei bekende Nederlandse straten van Nederlandse plaatsen. Hoe groter de plaats, hoe duurder de straat. De Kalverstraat in Amsterdam is de duurste straat op het bord. Behalve straten kan een speler ook stations en een water- en -elektriciteitsbedrijf kopen.
Ook zijn er vakjes met 'gevangenis' (hier moet een speler drie beurten blijven zitten wanneer hij of zij hierheen wordt gestuurd of betalen), vrij parkeren (hier is een speler veilig), 'Algemeen Fonds' en 'Kans'. Op de laatste twee vakken moet een speler een kaart pakken en de opdracht die op de kaart staat opvolgen. Vaak kan de speler hiermee geld verdienen of verliezen. Als alle straten verkocht zijn mag een speler hotels op de straten gaan bouwen. Hierdoor gaat de huur die de andere spelers moeten betalen flink omhoog. De speler die als laatste overblijft en dus niet failliet gaat, is de winnaar.
