De Hawthorne studies zijn de grondleggers van het hedendaagse Human Resource Management (HRM). Dankzij de Hawthorne experimenten kwamen wetenschappers erachter dat alleen al aandacht voor werknemers leidde tot betere prestaties. De Hawthorne studies bevorderden de aandacht voor Human Relations, als tegenovergestelde van Scientific Management.
Tijdens de Hawthorne studies (1927 - 1933) onderzochten wetenschappers Elton Mayo en Fritz Roethlisberger onder andere het effect van licht op arbeidsprestaties. Dit gebeurde allemaal in de Hawthorne fabrieken van de firma Western Electric. Mayo en Roethlisberger wilden bekijken of aanpassing van de lichtintensiteit invloed had op de prestaties en efficiëntie van werknemers. Zoals bij vele wetenschappelijke experimenten was er sprake van een onderzoeksgroep en een controlegroep. Bij de onderzoeksgroep werd de lichtintensiteit aangepast en bij de controlegroep niet. Daarna werden beide uitkomsten (in dit geval: de productiviteit) gemeten.
Het vreemde bij dit onderzoek was dat bij beide groepen, de uitkomsten verbeterden. Medewerkers uit beide groepen werden productiever, terwijl er in de controlegroep eigenlijk niets veranderde. Mayo en Roethlisberger wilden verder onderzoeken wat de verklaring kon zijn voor deze merkwaardige ontwikkeling. Uit gesprekken met onderzochte medewerkers bleek vervolgens dat alleen al de aandacht (dus de belangstelling voor hun werkwijze en eventuele ontwikkelingen in productieomstandigheden) zeer motiverend werkte. Daarnaast speelde het samen presteren en dus het groepsgevoel een grote rol.
Door deze studies kwam er meer en meer aandacht voor de werknemers en hoe hun prestaties verbeterd konden worden. De Hawthorne studies veranderden de kijk op arbeid (hiervoor was er voornamelijk sprake van Scientific Management: scheiding van denken en doen, werknemers werken alleen voor geld en taken moeten simpel blijven) waardoor de kijk op werk en de invloed van werknemers veranderden.