Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Gepubliceerd op 07-04-2016

Ecosysteem

betekenis & definitie

Een ecosysteem is een deel van ons natuurlijk milieu. Levende onderdelen (dieren en planten) en niet-levende onderdelen (lucht, water en bodem) zorgen ervoor dat stromen en kringlopen in gang worden gehouden.

Hierdoor ontstaat een zeker evenwicht. Er vindt uitwisseling plaats van materie en energie tussen de levende en dode natuur.Een voorbeeld van de uitwisseling zijn planten die voedingsstoffen opnemen uit de bodem en humus teruggeven. Door uitwisselingen is er van nature een evenwichtssituatie. Deze wordt door eutrofiëring (toename van de hoeveelheid plantenvoedingsstoffen) verstoord.De term ecosysteem werd in 1935 door de Engelse botanicus Arthur Tansley geïntroduceerd. De Amerikaanse ecoloog Eugene Odum ontwikkelde deze verder.

Een ecocysteem kan een bos zijn, maar ook de hele aarde. Sommigen zien zelfs een potplant als een ecosysteem. Het is lastig harde grenzen tussen ecosystemen te trekken omdat er meerdere relaties tussen systemen zijn. De Waddenzee kan als ecosysteem worden gezien, maar een onderdeel zoals een zandplaat ook. Het grotere geheel als de oceaan kan ook als een ecosysteem worden beschouwd.Een onderdeel van een ecosysteem zijn afzonderlijke planten, dieren en micro-organismen en de constructies die zij vormen, bijvoorbeeld populaties en levensgemeenschappen. Ecosystemen worden vaak gezien als dynamische en functionele eenheden.

Twee componenten die elkaar beïnvloeden vormen samen het ecosysteem. Dit zijn de levensgemeenschap en de biotoop (de biologische, natuurlijke leefruimte met min of meer dezelfde leefomgeving). Wetenschappers noemen de uitwisselingen in een ecosysteem vaak een voedselketen of een voedselweb. Het abiotische deel (de externe milieufactoren) heeft grote invloed op het biotische deel van het ecosysteem. Biotische factoren zijn organismen van andere soorten in een bepaald ecosysteem die invloed kunnen hebben op het leven en de populatie van een soort. Een voorbeeld hiervan is de hoeveelheid regenval dat bepalend is voor de hoeveelheid planten en bomen die groeien in bijvoorbeeld een regenwoud of een woestijn.