Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Gepubliceerd op 15-04-2013

De gouden gans

betekenis & definitie

De gouden gans is een sprookje uit 1812 van de gebroeders Grimm. Het verhaal gaat over goedwilligheid en de beloning daarop.

Een man had drie zoons, waarvan de jongste werd Domoor genoemd, omdat hij niet slim werd geacht. Op een dag ging de oudste zoon naar het bos om hout te hakken. Hij kreeg een eierkoek en wijn mee. In het bos zat een oude man, die vroeg om het voedsel te delen. De oudste zoon weigerde en hakte in zijn arm.

De dag erop kwam de tweede zoon in actie, die ook naar het bos ging. Ook hij kreeg een eierkoek en wijn mee. In het bos zag hij ook de oude man, die wederom vroeg om te delen, maar ook deze zoon weigerde en verwondde zichzelf. De dag erna wilde de jongste zoon graag hout hakken en na lang vragen mocht hij ook. Zijn moeder gaf hem een koek van as en water mee en zuur bier.

De zoon zag de oude man ook, maar deelde zijn voedsel. De vieze koek en bier waren veranderd in een eierkoek en wijn.

Als beloning zegt de man dat er iets bijzonders in een boom te vinden is. Domoor hakt deze boom om en vindt een gouden gans. Hij neemt de gans mee en drie dochters die een veer willen pakken blijven vastplakken. Op weg naar de stad blijven steeds meer mensen plakken aan de gans. Domoor wil de prinses aan het lachen maken en dat lukt. Na drie opdrachten van de koning, die niet blij was met Domoor, trouwt hij haar en leven ze nog lang en gelukkig.