Met bankendomino wordt een reeks van faillissementen bij financiële instellingen aangeduid. Een bankendomino ontstaat als banken hun financiële zaken niet langer op orde hebben en daardoor omvallen.
Wanneer één bank ‘omvalt’, neemt hij vaak meerdere banken mee, als stenen in een dominospel.Bankendomino is een term die de laatste vijf jaar populair is geworden. In 2008 werd de term ‘bankendomino’ opgenomen in de Van Dale woordenboeken. In datzelfde jaar werd de ene na de andere bank failliet verklaard. Dit kwam omdat veel banken financieel met elkaar verbonden waren. Wanneer een bank failliet werd verklaard, dan had dit ook effect op een andere bank waarmee deze op financiële gronden verbonden was.
Als een bank haar spaarders niet kan terugbetalen, dan gaat deze bank failliet. Wanneer dit bij één bank gebeurt, worden spaarders van andere banken ook wantrouwig. Ze sparen minder, of vragen hun gespaarde vermogen terug. Hierdoor raken ook andere banken in de problemen.
Naast dat banken ineens veel inkomsten van hun spaarders moeten missen, investeren banken ook vaak in elkaar. Ze lenen elkaar geld of beleggen in obligaties van elkaar. Als bank A failliet wordt verklaard, heeft dit ook effect op bank B. Bank A was namelijk geld schuldig aan bank B, en bank B was geld schuldig aan haar klanten. Wanneer bank A hun lening aan bank B niet terug kan betalen, kan bank B het geld van de spaarders en klanten niet terug betalen.
Dit resulteert erin dat bank B ook in de problemen komt. Bank B heeft weer een lening bij bank C, die op haar beurt een lening heeft lopen bij bank D, etc. Hierdoor worden andere banken dus meegetrokken in de financiële problemen. Dit wordt het domino-effect genoemd.
