Redactie Ensie

Psychologiebegrippen omschreven

Gepubliceerd op 30-11-2015

Hypochondrie

betekenis & definitie

Hypochondrie of ziektevrees is een psychische aandoening die zich kenmerkt door de irreële overtuiging dat men een ernstige ziekte heeft. Ondanks het ontbreken van medisch bewijs blijft de patiënt angstig en rusteloos.

Iemand die lijdt aan hypochondrie legt lichamelijke klachten onder een vergrootglas. De patiënt denkt bij alledaagse verschijnselen en minimale pijn dat hij/zij aan een ernstige ziekte lijdt, bijvoorbeeld bij het opmerken van hoofdpijn, jeuk of kramp. Geruststellende woorden van deskundigen hebben geen invloed, aangezien de patiënt ervan overtuigd is dat de arts iets over het hoofd heeft gezien. Daardoor neemt het wantrouwen tegenover deskundigen verder toe.

De DSM-IV classificeert hypochondrie als een angststoornis. Symptomen die mensen met hypochondrie ervaren, zijn onder meer rusteloosheid, zweten, misselijkheid, duizeligheid, hartkloppingen, benauwdheid, diarree, het gevoel van controleverlies en slapeloosheid. Ook voelen mensen zich neerslachtig en verdrietig.
Doordat patiënten zichzelf herhaaldelijk onderzoeken, kan hypochondrie een vicieuze cirkel in gang zetten. De patiënt ervaart lichamelijke klachten en ziet dat als een bevestiging van een ernstige ziekte. Deze gedachten zorgen ervoor dat de angst stijgt.

De psychische aandoening kan grote weerslag hebben op het sociale- en beroepsleven. Men kan niet optimaal functioneren en krijgt niet zelden te maken met vooroordelen en stigmatisering. Patiënten krijgen vaak het verwijt ‘zich aan te stellen’.
Mensen voelen zich door deze houding veelal onbegrepen door zowel de medische- als sociale omgeving. Dat kan resulteren in een teruggetrokken bestaan en/of depressie. Hypochondrie wordt doorgaans behandeld met gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT), maar ook het gebruik van medicatie en exposure kunnen helpend zijn.