Redactie Ensie

Psychologiebegrippen omschreven

Gepubliceerd op 24-11-2015

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

betekenis & definitie

De antisociale persoonlijkheidsstoornis is een stoornis waarbij patiënten moeite hebben om zich aan de maatschappelijke normen en wetgeving te houden. Hierdoor zijn patiënten erg impulsief, roekeloos en/of lichtgeraakt.

Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis staan bekend om hun egocentrische houding. Ze houden weinig tot geen rekening met anderen en hebben enkel oog voor de eigen behoeftebevrediging.

Volgens het classificatiesysteem DSM-IV is iemand met deze psychische stoornis ongevoelig voor schaamte. Ook ontbreekt schuldbesef. Daardoor kan de patiënt zich maar moeilijk aan de omgeving aanpassen en komt hij of zij niet zelden in conflict met algemeen geldende normen of de wetgeving. Men komt verplichtingen niet na en liegt om bepaalde doelen te bereiken. Een ander kenmerk van de antisociale persoonlijkheidsstoornis is roekeloosheid. De patiënt brengt de veiligheid van zichzelf en anderen in gevaar en is relatief vaker verslaafd aan drugs of alcohol.

De omgang met iemand die lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis is moeilijk. Relaties zijn vaak instabiel. Hoewel iemand op het eerste gezicht heel charmant kan overkomen, kan er toch sprake zijn van manipulatie of dwang. Voor buitenstaanders is het lastig om de wisselende stemmingen te begrijpen.

Oorzaken van de antisociale persoonlijkheidsstoornis zijn bovendien lastig aan te wijzen. Factoren die mee kunnen spelen bij de ontwikkeling zijn biologische, psychologische en sociale factoren.
Onderzoekers zijn er nog niet over uit hoe de antisociale persoonlijkheidsstoornis het beste te behandelen valt. Wel kunnen bepaalde symptomen worden bestreden (zoals agressiviteit) of kan een behandeling voor het alcohol- of drugsgebruik wenselijk zijn. Andere gebruikte behandelwijzen zijn psychotherapie en medicatie. De antisociale persoonlijkheidsstoornis komt vaker voor onder mannen.