Nummertje - euf. voor coïtus. Eig. een circusnummer. Ook in de uitdr. een nummertje maken. Vgl. Du. eine Nummer bauwen, drehen, machen. Nummertje naakt: uit de kleren gaan. Nummertje Frans: fellatio.
De ouderwetse, degelijke, bonafide raam-hoer vraagt als binnenkomertje doorgaans vijftig gulden. De klant die haar vraagt wat zij voor de prijs doet, krijgt steevast te horen Een nummertje naakt. - Ischa Meijer, Hoeren (1980)
Aan een paar hoeren vraag ik naar de prijs. Vijftig gulden, nummertje naakt. - Joost Zwagerman, Gimmick! (1989)