Gepubliceerd op 31-03-2017

Bijgoochem, wijgoochem

betekenis & definitie

Bijgoochem, wijgoochem - kwaadaardige pooier, vooral eentje die pas begint. In de volkstaal ook gebruikt in de betekenis van betweter, pedant persoon.

Volgens Endt (BW) via joodse kringen in de lagere volkstaal doorgedrongen. De letterlijke betekenis van dit Jiddische woord is dan ook: meer dan wijs, waanwijs; iemand wiens zogenaamde wijsheid schade en verdriet berokkent (goochem = wijs + wij, dat eigenlijk én betekent en hier dus gebruikt wordt ter intensivering).

. . .en dat soort figuren noemen wij dan bijgoochemers, zogenaamde vlotte binken, die effe met de penoze willen meedoen, schijtbakken zijn het.- Haring Arie, De sarkast (1989)

Ierse Appie werd op zn arm getikt door een bijgoochem en keek onze richting uit. - Jan Cremer, Ik Jan Cremer II (1966)