Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie S
- sleedoorn
- sleeën
- sleehak
- sleep
- sleep-in
- sleepaak
- sleepboot
- sleepcontact
- sleepdienst
- sleephelling
- sleephopperzuiger
- sleepkabel
- sleeplift
- sleeplijn
- sleeploon
- sleepnet
- sleepruim
- sleepschip
- sleeptouw
- sleeptros
- sleepvaart
- sleepvisserij
- sleepvliegen
- sleepvliegtuig
- sleepvoeten
- sleepwagen
- sleet
- sleetje
- sleetjerijden
- sleetocht
- sleets
- sleg
- slem
- slempen
- slemper
- slemperij
- slemppartij
- slendang
- slenk
- slenteren
- slentergang
- slepen
- slepend
- sleper
- slet
- sleten
- sletvrees
- sleuf
- sleur
- sleuren
- sleurhut
- sleurmens
- sleurwerk
- sleutel
- sleutel-op-de-deur
- sleutelbedrijf
- sleutelbeen
- sleutelbloem
- sleutelbord
- sleutelbos
- sleuteldrager
- sleutelen
- sleutelfiguur
- sleutelfunctie
- sleutelgat
- sleutelgeld
- sleutelhanger
- sleutelindustrie
- sleutelkind
- sleutelklaar
- sleutelmacht
- sleutelpositie
- sleutelring
- sleutelrol
- sleutelroman
- sleutelstad
- sleutelstuk
- sleutelwoord
- slib
- slibberen
- slibberig
- slibzuiger
- slicen
- slick
- slideguitar
- sliding
- sliep
- sliepuit
- slier
- slierasperge
- slieren
- sliert
- slijk
- slijkerig
- slijkgras
- slijkgrond
- slijkvulkaan
- slijm
- slijmbal
- slijmbeurs
