Praktische Economie havo 3 is geschreven door Drs. Peter Adriaansen & Dr. Aad Zuiderwijk (2008).
Het boek ‘Praktische Economie’ is een leeropdrachtenboek.
In de begrippenlijst staan vaak gebruikte termen en de betekenis daarvan die te maken hebben met.
economie.

Definities en betekenissen van Begrippenlijst uit Praktische Economie havo 3
Hoofdstuk 1 - Schaarste en ruilen
- acceptgiro
- arbeid
- arbeidsproductiviteit
- arbeidsverdeling
- begroting
- behoeften
- budgetlijn
- chartaal geld
- consument
- consumptiegoederen
- creditcard
- dagelijkse uitgaven
- dienst
- directe ruil
- economie
- externe waarde (van een euro)
- geld
- giraal geld
- goed
- incidentele uitgaven
- indirecte ruil
- interne waarde (van een euro)
- internetbankieren
- intrinsieke waarde (van geld)
- kapitaal(goederen)
Toon meer
Hoofdstuk 2 - De markt van vraag en aanbod
- aanbodlijn
- aanbodoverschot
- aangeboden hoeveelheid
- afzet
- concurrentie
- evenwichtshoeveelheid
- evenwichtsprijs
- gevraagde hoeveelheid
- heterogeen product
- homogeen product
- inkomen
- kartel
- koopkracht (van het inkomen)
- kostprijs
- marktaandeel
- marktevenwicht
- marktmechanisme
- monopolie
- monopolistische concurrentie
- oligopolie
- omzet (totale opbrengst)
- prijzenoorlog
- totale kosten
- totale winst
- variabele kosten
Toon meer
Hoofdstuk 3 - Begin voor jezelf
- aandeel
- besloten vennootschap (bv)
- commerciële organisatie
- controle
- eenmanszaak
- freelancer
- Kamer van Koophandel
- leidinggeven
- lijn-staforganisatie
- lijnorganisatie
- manager
- naamloze vennootschap (nv)
- niet-commerciële organisatie
- ondernemer
- ondernemingsplan
- organigram
- organisatie
- organiseren
- plannen
- rechtspersoon
- staf
- stichting
- vennootschap onder firma (vof)
- vereniging
- zzp’er
Hoofdstuk 4 - De financiën in balans
- activa
- afschrijvingskosten
- balans
- balansmutatie
- bedrijfskosten
- brutowinst
- btw
- crediteuren
- debiteuren
- eigen vermogen
- financieringsplan
- inkoopwaarde van de omzet
- investeringsbegroting
- liquide middelen
- nettowinst
- passiva
- resultatenbegroting
- resultatenrekening
- totaal vermogen
- vaste activa
- vlottende activa
- voorraad goederen
- vreemd vermogen
Hoofdstuk 5 - De kosten van een bedrijf
- automatisering
- bedrijfsresultaat
- break-evenafzet
- break-evenomzet
- brutoloon
- concurrentiepositie
- consumentenprijs
- doelgroep
- e-commerce
- kosten per eenheid product
- loonbelasting
- loonheffing
- marketing
- marketingmix
- mechanisatie
- merkreclame
- nettoloon
- personeelsbeleid
- plaatsbeleid
- premies werkgever
- prijsbeleid
- prijsdiscriminatie
- productbeleid
- productreclame
- promotiebeleid
Toon meer
Hoofdstuk 6 - Meer over de markt
- aanbod van arbeid
- accijns
- belastbaar inkomen
- belasting op inkomen, winst en vermogen
- boxenstelsel
- bruto binnenlands product (bbp)
- collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
- collectieve goederen
- collectieve sector
- Europese Unie (EU)
- export
- exportquote
- extern effect
- import
- importquote
- internationale arbeidsverdeling
- interne markt
- invoerrechten
- kostprijsverhogende belastingen
- lagere overheden
- minimumloon
- multinational
- negatief extern effect
- open economie
- overheid
Toon meer
Hoofdstuk 7 - Ruilen over de tijd
- Algemene ouderdomswet (AOW)
- AOW-premie
- basisinnovatie
- begrotingstekort
- indexcijfer
- inflatie
- innovatie
- investeren
- kapitaaldekkingsstelsel
- lijfrenteverzekering
- menselijk kapitaal
- nominale rente
- omslagstelsel
- procesinnovatie
- productinnovatie
- reële rente
- rendement (van een investering)
- rente
- Research & Development
- staatsschuld
- structuur (van de economie)
Hoofdstuk 8 - Samenwerken zonder risico
- assurantiebelasting
- bonus-malusregeling (bij autoverzekeringen)
- collectieve verzekering
- eigen risico
- gevangenenprobleem
- immateriële schade
- materiële schade
- meeliftgedrag
- onderverzekerd
- poliskosten
- premie
- privatisering
- promille
- sociale controle
- verzekerde waarde
- verzekering
- verzonken kosten
- zelfbinding
Hoofdstuk 9 - Goede tijden, slechte tijden
- conjunctuurbeleid
- conjunctuurgolf
- consumentenprijsindex
- consumentenvertrouwen
- denivellering (van de inkomens
- depressie
- economische groei
- Europese Centrale bank (ECB)
- hoogconjunctuur
- laagconjunctuur
- Lorenzcurve
- nivellering (van de inkomens)
- primaire inkomens
- productiecapaciteit
- recessie
- scheve inkomensverdeling
- secundair inkomen
- toegevoegde waarde
- wegingsfactoren
- werkgelegenheid