Gepubliceerd op 21-06-2017

Tuin

betekenis & definitie

een - op zijn buik hebben

dood, begraven zijn. Bargoense uitdr.

‘Zeg,’ riep hij naar binnen, ‘wou jij soms een tuin op je buik?’ (Een tuin op je buuk: plastisch Nim- weegs voor ‘onder de groene zoden liggen’.) (A.F.Th. van der Heyden: Vallende ouders, 1992) ‘Reken maar van yes’, riep er één, ‘Die krijgt een tuin op zijn buik’, zei een ander. (Huub Beurs- kens: Leila, 1993)