Gepubliceerd op 21-06-2017

Senang

betekenis & definitie

zich - voelen

tevreden, op zijn gemak zijn; zich comfortabel, lekker voelen. Slanguitdr. die vooral, maar niet uitsluitend, voorkomt bij de Nederlandse marine. Van Maleis senang, dat hetzelfde bet.

... hij voelde zich niet senang... (Piet Bakker: Zo was het, 1962)

Ik blijf me afvragen wie en watje bent, het zit niet senang, dat is zeker. (Ab Visser: De dominee liep verder, opgenomen in: Elseviers Kerstverhalen- boek, 1980)

Ik voelde me bij haar bijzonder senang. (Hans Koekoek: Liefzijn toegestaan, 1982)

Verder werd alles wat in de Oost duister en sinister leek te zijn omschreven met de verzamelnaam ‘goena goena’ (stille kracht), en wat door de heren bewindvoerders als aangenaam werd ervaren, onder de noemer ‘zich senang voelen’ gebracht. Joop van den Berg: Soebatten, sarongs en sinjo’s, 1990

Hier voel ik me senang. Dat is mijn thuis, werken doe ik altijd buiten deze kamer. (Nieuwe Revu, 07/03/91)

... hij draagt vrijwel altijd zijn uniform (dan voel ik me ‘senang’) en is politieman in hart en nieren ... (Opzij, november 1993)