Gepubliceerd op 21-06-2017

Pleite zijn/de pleiterik maken

betekenis & definitie

Bargoens (uit de 19de eeuw) voor ‘zich uit de voeten maken;

vluchten’ (oorspr. vanwege de schulden die men had). Varianten zijn: depleitvaart nemen; pleite scheften/tippelen; pleitheinen zijn; pleitos gaan;(in Rotterdam) pleitos pineros zijn. Pleite zijn van iemandis evenwel jeugdtaal voor ‘verliefd (op iemand) zijn’. Pleite iseen verbastering van Hebreeuws peleitoh‘vlucht’. Omdat dit vaak voorkomt bij personen die hun schulden niet kunnen betalen, heeft pleite zijn(in het Hoogduits Pleitegegangeri)in het joods-Ne- derlands eveneens de bet. gekregen van ‘failliet, bankroet gaan’. De uitdr. is o.a. terug te vinden in Woordenschat;bij Koster Henke; Beem; en bij Endt en Frerichs. Ook Stoett en Huizinga maken er melding van. Cabaretiers kennen sinds eind jaren zestig nog de term pleiterikvoor een laatste grap, waarmee men afscheid neemt van het publiek. Een syn. hiervoor is wegwezer.

Moak je pleite ...je Prfeilt maan (je verveelt me). (Israël Querido: De Jordaan, 1912-1925)

Ik zou maar vlug doorzoeken naar die andere wielen, als ik jou was, voor ze helemaal pleiten zijn. (Harry Boting: Wie geeft me jatmous?, 1965)

Als het te druk wordt gaat hij pleite. (Gerben Hel- linga: Merg en been, 1986)

Volgens het Kerstmannetje verdiende het dan ook verre de voorkeur zich met terugwerkende kracht pleiten te maken, richting stad... (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)

In hetzelfde jaar dat Dick Twardzik in Parijs de pleitvaart nam... (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

Gaan we de pleiterik maken? (Wil Schackmann: Genoeg gesold, 1988)

Noch bij de fontein, noch op een der terrasjes, noch op de kinderboerderij waren ze te vinden. Weg, pleitos. (Ben Borgart: Fontana, 1988)

Maar die mafketel kreeg om te beginnen niks meer te drinken en even later werd er zelfs gesuggereerd dat de mafketel maar ’s effe de pleiterik moest maken. (Haagse Post, 14/07/90)

’t Leek alle andere jongens gezonder als de schele slobberlul ogenblikkelijk de pleiterik te maken. (Jan Eilander: Altijd te laat, 1992)

En ook niet om elf uur je nog even onder de mensen mengen. Ben je gek. Via de achterdeur pleitheinen. (Gerard Cox, in: Nieuwe Revu, 14/04/93)