Gepubliceerd op 21-06-2017

Owiemekneutje

betekenis & definitie

als gekscherend antwoord op de vraag ‘kun je iets in het Frans zeggen?’ Zou typisch Rotterdams zijn. Er bestaan talrijke varianten: owiemepreutje; owiemesjeudeplatte- boender, oui mon kneutje. Owiemesjeudeplatteboender = ja. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af, 1972) Owiemekneutje = ja. (Opoe Herfst, 1973)

Behalve dat Rotterdammers hun vreemde talen op hun werk oppikken, wordt ook op school een aardig ‘woordje buiten de deur’ geleerd. Op de vraag: ‘Ken je Frans?’ zal het bescheiden antwoord aanvankelijk luiden: ‘Ja, maar Frans kent mijn niet’, maar wanneer er wordt aangedrongen, is het antwoord ongetwijfeld: ‘Owiemekneutje’, ‘Owiemepreutje’ of zelfs ‘Owiemesjeudeplatteboender’ en in plaats van te vragen of iets ‘gesnopen’ is, gebeurt ook dat in het F rans: ‘Snappeevoe?’ (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst, 1986) Tdddddddddut! / Parlevoemevinkie? / Wieme- kneutje. (J.A. Deelder: Gemengde gevoelens, 1989) Tot op hoge leeftijd zou hij zijn kennis van het Frans blijven spuien: ‘eun, deu, tra, kat’ en ‘awie, me knutje’. (A.F.Th. van der Heyden: Vallende ouders, 1992)