Gepubliceerd op 21-06-2017

Opgefokt/opgefuckt

betekenis & definitie

jongerentaai jaren tachtig en negentig voor ‘neurotisch, erg gedeprimeerd, hysterisch, krankzinnig (meestal ten gevolge van drank of drugs). Van Engels slang fucked up(in dezelfde zin screwed up).Ook Duitse jeugdtaal: abgefuckt.Er bestaat ook een werkwoord: men kan iemand opfokken‘hem op stang jagen’, maar men kan ook zichzelf opfokken‘zichzelf opjutten’.

Daarnaast is Andringa opgefokt omdat zijn vrouw binnenkort gaat bevallen en hij er deze keer bij wil zijn. (Bert Jansen: Zweedse meisjes, 1979)

Ik liep over de Zeedijk, zat onder de coke en was heel opgefokt. (Haagse Post, 29/03/86)

Wat lui je nou? Waarom ben je zo opgefokt? (Oor, 28/06/86)

Iedere keer denk ik: Wanneer slaat hij door? Daar word ik behoorlijk opgefokt van. (Jantienne van Aschs: Intermezzo, 1988)

Altijd liet jij je opnaaien door Danny. Altijd meteen opgefuckt, jij. (Vrij Nederland, 26/08/89)