Gepubliceerd op 21-06-2017

Moer

betekenis & definitie

zie ook mallemoer:

1. je (ouwe) - (achter het Franse behang),dat kun je wel denken; daar komt niets van in. Ook uitdr. van ongeloof. Rotterdams. Varianten zij n de duvel en je ouwe moer; je ouwe moer op sterk water.Vgl. je grootje op een houtvlot/hooivlot;je opoe op een houtvlot/hooivlot;je tante op een hout - vlot/hooivlot;je zuster op een houtvlot/hooivlot.

‘De eindstrijd zal gaan tussen de Sovjet-Unie en Amerika.’ Je ouwemoer op sterk water!’, argumenteerde Leenders. (Piet Bakker: Cis de Man, 1947)

Ze riepen dat ik een apie mee moest brengen. Je moer, dacht ik. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant, 1968)

‘Arme sawatrappers, hier, jullie hebben het ook moeilijk. ‘Je malle moer op een hooivlot...’ (Jan Schilt: Soldaatje spelen onder de smaragden gordel, 1969)

2. naar z’n (ouwe)-,kapot, stuk. Slanguitdr. Variant naar z’n mallemoer.

’t Slot gaat naar zijn ouwe moer... (Ab Visser: De list, opgenomen in Elseviers Nieuw Kerstverhalen- boek, 1980)