om - gaan
eufemistische uitdr. voor ‘sterven’. Deze uitdr. komt al voor bij Harrebomée. Een kroos is een soort pruim. Tegenw. verouderd.
ontslapen / verscheiden / er tussenuit geknepen / de weg van alle vlees gegaan / de bocht om / naar Bommel / naar pierenland / naar kapitein Jas / om kroosjes. (Harry Mulisch: De verteller, 1970)