Gepubliceerd op 21-06-2017

Kreukels

betekenis & definitie

1. in de - hebben, gezegd van cabaretiers die hun publiek aan het lachen maken. Slanguitdr.

Dat zal hem gespeten hebben, want op het toneel ontrolde zich een show die de hele zaal (behalve Maarten, Mensje en Johan dus) van begin tot einde in de kreukels had. (Het Parool, 12/10/91)

2. in de - liggen/rijden enz., zwaar beschadigd zijn; zwaar beschadigen (bijv. van een auto). Figuurlijk ook in de bet. ‘helemaal de kluts kwijt, inde war zijn’.

... als je daar behoefte aan hebt lig je meestal zo in de kreukels datje er toch met niemand over wil lullen. (Leon de Winter: SuperTex, 1991)

Hij was de eerste bekende Nederlander wiens auto ‘in de kreukels’ werd gereden. (Elsevier, 13/05/95)

3. in de - schoppen, verrot schoppen. Informele uitdr.

Die schopte die stinkfascisten achter mekaar in de kreukels. (J.A. Deelder: Modern Passé, 1988)

< >