Gepubliceerd op 21-06-2017

Klaar

betekenis & definitie

1. daar ben ik mooi - mee: daar zit ik dan mee opgescheept. Clichégezegde.

2. - naar huis, onder havenarbeiders een slanguitdr. voor ‘vroeger naar huis’ (door het opjagen van het arbeidstempo). Specifiek Rotterdams.

Als we voortmaken dan is ’t klaar naar huis jongens, zei de mee naar beneden gekomen dokwerker. (Ben Borgart: De slakken van Canêt d’Olt, 1973)

Voor Ploeg 971 staan nog zeven lotjes open: 7 maal 25 ton ofwel 2500 balen van zeventig kilo elk.

‘Klaar naar huis.’ In het stukgoed wordt met taken gewerkt. Elke taak is een geschatte halve dag werk. Zijn beide taken volbracht, dan kan de ploeg inpakken. ‘Klaar naar huis.’ (Nieuwe Revu, 03/05/90)