bijv. in de platte verwensing donder op met je karpatenkop.Volgens Van Dale (1992) is karpatenkopeen schimpnaam voor een gezicht waaruit aan onverzettelijkheid gepaarde domheid spreekt; metonymisch ook voor de drager van zulk een gezicht. De voorradige scheldwoordenboeken (Luilebol;
Nationaal Scheldwoordenboek; VanApekop tot Zielepoot-, Lik op Stuk)vermelden dit slangwoord niet. De uitdr. werd wel opgenomen door Ivonne Lutz- van Elburg in More Dutch You won’t learn in Class(1989), een verzameling informele tot zéér informele uitdr. in het Nederlands, uitgelegd aan buitenlanders. Karpatenkopwordt in de pers vaak toegeschreven aan H. Brandt Corstius (pseudoniem: Piet Grijs). Toch is het de vraag of deze de bedenker van het woord is. Gerard Reve gebruikte het woord ook meermaals. De columnist Gortzak werd door hem in 1979 al met deze schimpnaam vereerd.
‘Jij karpatenkop,’ dacht ik. ‘Jij kan het misschien niet eens helpen, maar jouw leer is een dwaalleer. Het is vals. Het zijn leugens. Het is een valse leer.’ (Gerard Reve: Tien vrolijke verhalen, 1961, herdruk 1990)
De smalle gang tussen die karpaten-koppen door was schier eindeloos. (Jan Mulder, in: Elsevier, 08/07/95)