Gepubliceerd op 21-06-2017

Heen-en-weer

betekenis & definitie

het - van iets krijgen

ergens doodzenuwachtig van worden. Ook als platte verwensing: krijg het heen-en-weer‘valdood; verrek’.

Ach, krijg het heen en weer, mompelde Krack. (Herman Pieter de Boer: Het herenhotel, 1979)

Krijg nou het heen en weer... (Bril en Van Weelden: Piano & Gitaar, 1990)