Gepubliceerd op 21-06-2017

Groen

betekenis & definitie

1. -e vingers hebben,talent hebben voor plantenverzorging.

Van succesvolle tuiniers zegt men dat ze een groene hand, een groene duim of groene vingershebben. De uitdr., die ontleend werd aan het Engels (to have green fingers),refereert wellicht niet aan de kleur van de huid, maar aan de deskundigheid van de handen, waardoor planten beter gaan groeien.

En dan wil je mij even komen vertellen hoe ik mijn groene vingers moet laten wapperen. (Jan Wolkers: De perzik van onsterfelijkheid, 1980)

Ik heb geen groene vingers, dat zal het wezen. (Jos Brink: Zitten op de grond, 1980)

De Flevolandse boeren die hun Russische collega’s ‘groene vingers’ moeten geven, hebben een compleet machinepark tot hun beschikking gekregen. (Het Parool, 01/09/90)

2. -e weduwe,gehuwde vrouw die vaak in verveling thuis achterblijft, terwijl haar man elders is (op het werk); ook wel grasweduwe.De uitdr. bestaat eveneens in andere talen: Engels grass widow(oorspr. met de bet. ‘ongehuwde vrouw die bijslaap had gehad’. Later ging het ‘gescheiden vrouw’ beduiden, of ‘vrouw die af-zonderlijk woont van haar echtgenoot of wier man voor onbepaalde tijd afwezig is’); Duits Strohwitwe of grüne Witwe; Zweeds grasanka. Over de herkomst van deze uitdr. zijn de etymologen het duidelijk niet eens. Volgens Verschueren zou de bet. van grasweduwe misschien afkomstig zijn van ‘op het gras achtergelaten’, als een lastdier dat op de weide rust. Engelse bronnen hebben het over een verbastering van Frans veuvedegrace, gezien de Engelse bet. (zie hierboven) eigenlijk ‘vrouw die toestemming (gratie) krijgt van de paus om uit de echt te treden’.

Maar aangezien de Engelse uitdr. grace widow nergens kon worden teruggevonden, zou dit volgens andere gezaghebbende bronnen een verklaring zijn die geen steek houdt. Ook de theorie dat Britse officieren in Indië deze uitdr. voor het eerst zouden hebben gebruikt m.b.t. hun echtgenotes, die hun vakantie doorbrachten op de koele grasheuvels, tijdens de intens hete zomers, zou niet juist zijn. Misschien ging het oorspr. gewoon om een meisje dat verlaten werd, na buiten op het gras verleid te zijn. Of misschien verwijst groen/gras naar de landelijke omgeving waarin de (niet-werkende) vrouwen op de komst van hun echtgenoten (forensen) wachten. De term grasweduwe is de oudste (16de eeuw). Bij Jan Wolkers (De kus, 1977) vinden we nog gras hoer: ‘De meisjes die we allemaal gehad hadden. De grashoeren.’ De groene weduwe is van latere datum Qaren zestig?). Naar analogie hiervan werden talrijke samenstellingen met -weduwe gevormd: computerweduwe ‘vrouw wier man verslaafd is aan computers’; tourweduwe ‘vrouw die thuis blijft, terwijl haar man deelneemt aan de Tour de France’, enz.

Vooral een reportage in de regionale krant over eenzame en angstige ‘Groene Weduwen’ in Julianadorp, een nieuwbouwwijk die tegen Den Helder is aangebouwd en waar veel marinefamilies wonen, heeft veel kwaad bloed gezet. (Vrij Nederland, 26/01/91)

... het leed van de ‘groene weduwen’ in een slaapstad ... (De Volkskrant, 06/09/91)

De groene weduwe heeft haar tijd gehad, maar daarvoor in de plaats kwam de jonge tweeverdienster die mèt kind forens wil blijven. (Elsevier, 04/12/93)