1. geen-,helemaal niets. Soldatenslang. Verbastering van Engels fuck.
Het interesseert me geen fok. (Trouw, 29/12/95)
2. wat de -, wat geeft het; wat maakt het uit. Onder jongeren een populair tussenwerpsel. Uit Engels slang what the fuck(zie wat de fuck).
En wat de fok, als we nu toch bezig zijn... (Oor, 02/12/95)