een geven
seksueel gebruiken; bevredigen. Ook een goede beurt geven. Bet. eigenlijk ‘er flink van langs geven; grondig schoonmaken’. Daarom ook vanuit het mannelijk standpunt. Degene die de daad ondergaat, de vrouw dus, krijgt een beurt.Zie ook met de grote beurt naar huisgaan.
... en als de Kunstenaar zelf een waterglas vol jenever leegslurpt (‘da’s niks voor jou, kind, daar moet je niet aan verslaafd raken’) en als de Kunstenaar dan nog even kankert op de radio en de televisie, die ontbreken omdat het voorbeelden van Westerse decadentie zijn, en opmerkt dat hij voor de eerste keer in zijn loopbaan ‘kettak’ (contact) heeft, ligt het aspirant-model al gauw zonder nylonkousen en broekje op de gore en geurende lakens ter-wijl onze Kunstenaar haar een beurt geeft met zijn Speciale Kwast, (jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede Boek, 1966)
Ach, was er maar een man. Gewoon een man die haar een beurt geven kan. (Heere Heeresma: Geschoren schaamte, 1968)
Een paar weken daarvoor, heb ik haar... een beurt gegeven... (Haring Arie: Recht voor z’n Raap, 1972) Jarige Jet kreeg een beurt die haar de rest van haar leven zou heugen. (J.A. Deelder: Schone Welt,1982)
Opgewonden als ik door het hele gebeuren was geworden, besloot ik Rosé een beurt te geven. (Penthouse, september 1991)
Is de uitdr. ‘een beurt geven’ een ontkenning van vrouwelijke seksuele autoriteit of een erkenning van fundamentele anatomische functies? (Esquire, april 1994)
Ilc wilde die hele geile wijvenboel eens een goeie beurt geven geloof ik. (Anne Vegter: Ongekuiste versies. Verhalen, 1995)
Wat een lekker, schattig meisje, dachten zij eveneens. Bijna net zo leuk als het kapstertje uit de buurt dat ze wel eens een goeie beurt zouden willen geven. (Nieuwe Revu, 19/04/95)
