Gepubliceerd op 21-06-2017

Afgelikte boterham

betekenis & definitie

gezegd van een meisje dat al veel minnaars heeft gehad, dat zich al te promiscue gedragen heeft. Het smakelijkste van de boterham is er door anderen al afgehaald. De uitdr. is oud (al bij Harrebomée), maar is nog steeds een klassiek invectief. De laatste tijd wordt het ook m.b.t. jongens gebruikt (zie laatste citaat).

Als ik niet met ’m wil vrijen ben ik preuts en als ik wel wil een afgelikte boterham. (Anja Meulenbelt e.a.: Voor onszelf, 1979)

‘Afgelikte boterham’, zei mijn moeder toen een vriendin van mij voor de tweede keer ging trouwen. (Bert Hiddema: Zwart geld, 1983)

Een afgelikte boterham van veertien jaar, noemden ze me. (Hermine de Graaf: Aanklacht tegen onbekend, 1987)

Meisjes met veel vriendjes worden vaak afgelikte boterhammen genoemd, maar jongens met veel vriendinnen ook. (Webber, september 1994)

< >