van ’t Lat. signum = teeken, hier n.l. het teeken des kruises; zegenen is dus lett.: het teeken des kruises maken, om daardoor Gods bescherming enz. tegen het kwade in te roepen; zoo kreeg zegenen de bet. van: gelukkig maken, voorspoed geven, enz. Hetzelfde woord is seinen, van ’t Lat. signare (ig of eg wordt ei: zegde, zeide) = teekens geven; maar in ’t Mnl. was semen óók zegenen = het kruisteeken maken ; vgl.: „Hi seinde hem (= zich) en was in vare (= vrees), ende waende, dat (het) di duvel ware”.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk