(tijd), afl. op l van !t Idg. qei = rusten; vgl. ’t Lat. quietus = rustig; tranquillus = stil; het bet. dus: tijd van rust, later: tijd in ’t algemeen; vgl. ’t Mnl.: ,,Si vochten een langhe wile". Terwijl = op of gedurende dien tijd. Verwijlen bet. nog: rusten, verblijven, niet verder gaan. — Dewijl is ook: dien tijd, en kreeg later redengevende kracht (zie mijn Ned. Spraakkunst, II).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk