afl. van wanken (als schamel van schamen) = oorspr.: zijwaarts gaan of buigen, vgl.: „Ik wankte niet, maar ging recht door”, en hieruit: onvast staan, b.v.: ,,Zijn liefde kan niet wanken”. Het denom. is: wankelen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk