Gepubliceerd op 20-07-2020

Walm

betekenis & definitie

afl. op m van ’t Mnl. wallen, van den Idg. wt. wel, wol = in golvende beweging zijn; walm w.d.z.: opgolvende damp; vgl. ons wellen: uit den grond wellen = stroomen, vlieten, borrelen; vandaar nog: de wellen = de golven; ook: de bronnen. Vgl. ook: opwellen = opborrelen, opbruisen.

< >