Gepubliceerd op 20-07-2020

Versagen

betekenis & definitie

Mnl. ook saghen, van ’t Hgd. zagen = vreezen. Men leidt dit af van den Idg. wt. ag= bang zijn; vgl.’t Gr. agos — angst. Het woord zou in het Got. at-agan geluid hebben, waarin at aan ons toe, tegen beantwoordt; het woord sagen w. d. z.: vrees tegen iets hebben en versagen: te veel vrees hebben; vertwijfelen.