een afl. op el van schamen (evenals wankel van wanken en ’t Mnl. behagel van behagen). Schamen is een denom. van een z.nw. dat in ’t Mnl. schaam of schame luidde, maar later schaamte werd (vgl. uit Maerlant: ,,Du best [je bent] der wereld scame"). Het is een afl. van den Idg. wt. skam (bijvorm kam, zie Hemd), dat bedekken bet.; zich schamen was dus oorspr.: zich bedekken. Zie ook Schande.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk