Gepubliceerd op 20-07-2020

Paard

betekenis & definitie

(Hgd. pferd; Ohd. pfarifrid) is een merkwaardig voorbeeld van samentrekking; het luidt in ’t Lat.paraveredus, waarin ’t Gr. para bet.: bij, nevens, en veredus = koerierpaard (van ’t Keltisch reda wagen, verwant met ons rijden). Het woord duidde dus oorspr. een ros aan, dat als extrapostpaard dienst deed. (’t Oorlogspaard heette bij ons ros.) In de Romaansche talen is uit paraveredus (later ook palafredus) ’t woord voor telganger ontstaan, bijv. Fr. pakfroi, It. palafreno; ons woord palfenier herinnert nog aan de oude samenstelling.