staat voor hokshoofd. Het tweede lid (Lat. caput, Fr. chef) werd vroeger voor vele zaken gebruikt, die per stuk geteld werden, bij afzonderlijke eenheden, eerst van dieren, die men bij koppen (caput) telde, vervolgens ook geldsommen („kapitaal”); zoo was een caput ook een landmaat, verder een caput vini; een vat wijn. Bij de Franschen was oudtijds een wijnvaatje in gebruik, dat hoguette heette (een verkleinwoord), er moest dus ook een grootere maat hogue (spr. hok) bestaan hebben. Een vat nu, dat zulk een hogue inhield, heette een chef de hogue; Engelsch: hogshead, Vlaamsch (Gent was de stad van den wijnhandel) hogshoofd, ogshoofd, okshoofd. — ’t Woord ging in het Hgd. over als Oxhoft.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk