Gepubliceerd op 20-07-2020

Laat

betekenis & definitie

(niet vroeg), van het Germ. let, Voorgerm. lad = traag, moede; in ’t Hgd. is lasz nog moede, traag; uit de bet. van traag ontwikkelde zich die van: achteraankomend, ons huidig laat. Verwant is letten (z. d. w.) en beletten = traag doen zijn, dus tegenhouden.