Gepubliceerd op 20-07-2020

Koen

betekenis & definitie

van den Germ. wt. kan = weten (vgl. ons kunnen en kennen); het bet. oorspr. ervaren, wijs, vgl. Koenraad = wijzen-raadgever. Dit begrip wijs, ervaren, bedreven werd door de strijdhaftige Germanen als zoovele andere verstandelijke vermogens op den krijg toegepast ; koen m deze beteekenis zal dan een verkorting zijn van: wige kuoni = in den strijd ervaren, en bij uitbreiding: dapper, onversaagd.