Gepubliceerd op 20-07-2020

Kamer

betekenis & definitie

van ’t Lat. camera = woonvertrek en dit van ’t Gr. kamara = gewelfde ruimte. — Het It. camarata, Sp. camarada, is eig.: gezelschap van hen, die dezelfde kamer bewonen, ongeveer: kamergenootschap; later ook: makker (ons kameraad). Ook kamenier (als kamerjuffer) is een afl. van kamer; Mnl. cameriere, later cameniere.